We zijn weer in Nederland. Veilig thuis, dat wel. Maar niet erg blij. Hoewel de zon hier wel schijnt. De nacht was onrustig en vol met geluiden die wij inmiddels waren ontwend. Het was fijn om weer in ons eigen bed te slapen, maar we hadden het gevoel dat deze op de verkeerde plek stond. De laatste nacht, die in Cagnes Sur Mer, had een rustige moeten worden. Een benauwde hotelkamer met airco en synthetisch beddengoed deed de nachtrust geen goed. Vroeg opgestaan en toch wat laat vertrokken. Tezamen met de afsluiting van de kustweg die bezaaid lag met zand en stenen door de hoge golven van die dag op de weg geworpen, waardoor de andere weg richting het vliegveld overbelast was werd de reistijd in plaats van de geplande 10 minuten ruim een halfuur. Hierdoor hebben wij de sleutel van de auto achter de balie moeten werpen en zijn we als een razende met koffers slepend, pendelbus in, pendelbus uit, rennend 12 minuten te laat (halfuur voor vertrek vliegtuig) bij de incheckbalie aangekomen welke gelukkig nog een kwartiertje langer open bleek. De geüniformeerde Franstalige grondstwardessen hebben ons nog enige tijd opgehouden met allerlei onzinnig geneuzel over het fietsje van Zoran, zodat wij (en ik rood en opgezwollen van opgekropte woede) ternauwernood op tijd het vliegtuig in konden springen, waarna de deur achter ons dicht werd gedaan en het vliegtuig zich 10 minuten later in de lucht bevond. Op Schiphol aangekomen bleek, hoe kan het ook anders met die Fransen, het fietsje niet te zijn meegekomen. Nadat Herma een uur lang allerlei papieren had ingevuld en wij diezelfde tijd hebben staan zwaaien naar Ronald, die samen met Peppijn aan de andere kant van het glas stond te wachten, vertrokken wij uiteindelijk om 12:30 uur richting huis. Volledig uitgeput. |
blog >