Beste redactie, In haar column (VK van 24 september jl) geeft geeft Wilma de Rek blijk van gebrek aan visie, inlevingsvermogen en journalistieke smaak. De morele superioriteit druipt van het stukje af. Zij vergelijkt de terminaal zieke Huub van der Put met iemand die in het park zijn regenjas opengooit om onschuldige voorbijgangers te trakteren op de aanblik van zijn geslachtsdeel. Dit is abject, denigrerend, onnodig kwetsend en grievend voor hem en eenieder die bij het gezin van der Put betrokken is, alsmede alle ALS patiënten die zich op verschillende manieren inzetten voor naambekendheid van deze dodelijke neurologische aandoening. Journalistiek incompetent wordt het wanneer je, zonder je te verdiepen in de achtergronden, uitsluitend vaart op oppervlakkige emotie, opgewekt door een publicatie in het Parool. Het is helder dat Wilma de Rek zich niet heeft verdiept in het door haar bekritiseerde fotoblog en zich er niet van bewust lijkt te zijn dat de foto's grotendeels zijn genomen door zijn 10-jarige zoon. Geen exhibitionisme, maar een waardevolle trigger voor herinneringen van een gezin, jaren nadat zij hun vader/echtgenoot zijn verloren. Het ongenuanceerd en zeer uitgebreid citeren (citaat beslaat meer dan een kwart van haar stukje) van een 400 jaar geleden overleden schrijver (Michel de Moitaigne) getuigt van artistieke luiheid -of zo je wilt beperking- en het zoeken naar een uitweg voor morele diarree. Miron Komarnicki Wilma de Rek heeft persoonlijk gereageerd op mijn 'reactie op haar column'. Dit wordt door mij zeer gewaardeerd. Gezien zij hier uitleg geeft aan de inhoud van haar stukje wil ik jullie dit niet onthouden. Dank je wel voor je mail. Ik had je blog ook al even gelezen. Ik schreef net al aan Huub, die ook op de column reageerde, dat het mij niet om die ene fotoserie gaat. Ik nam nu het voorbeeld van deze serie, maar ik had ook een fragment uit een persoonlijk interview kunnen nemen, of een column, of een fragment uit een realityprogramma op televisie. Het gaat me om een algemene trend in onze huidige maatschappij. Dingen die we vroeger deelden met onze vrienden en familie, delen we nu met de hele wereld. Onder meer op internet. Ik heb daar geen gevoelens van morele superioriteit bij, zoals je in je mail suggereert. Ik merk alleen - en dat schreef ik ook in dat stukje - dat ik me er ongemakkelijk onder voel, zonder precies te kunnen aangeven waarom. Hartelijke groet, Wilma de Rek, de Volkskrant |
blog >